1993 OCMW – Abeelstraat

Sociale huisvesting – 52 appartementen

1993

Abeelstraat, Mechelen

OCMW Mechelen ism Domus Flandria

Meer info »

NAAM PROJECT

52 APPARTEMENTEN VOOR KANSARMEN, MECHELEN

 

OPDRACHTGEVER

OCMW-MECHELEN

DOMUS-FLANDRIA, VLAAMSE GEMEENSCHAP

 

LIGGING

ABEELSTRAAT, MECHELEN

 

BOUWJAAR

1994-1996

 

AANNEMER

MUYPRO & MEGANCK NV, ANTWERPEN

 

Gepland als een “Atlantic Wall” met een totale lengte van circa 200m langsheen de Abeelstraat werd enkel dit onderdeel-projekt gerealiseerd, bevattende 52 wooneenheden.

 

Het gebouw werd opgevat met dragende scheidingswanden op modulatie 4.25m met daartussen ten opzichte van elkaar verschoven vloerplaten…deze verschuiving maakt dat enerzijds langs de zuidgevel voor de woonruimten en terassen een maksimale bezonning wordt gewaarborgd en anderzijds langs de noordgevel door de overkragingen een geborgenheid wordt gegeven aan de open gaanderijen.

De boogvormig verlengde scheidingswanden – de trapvormig verschoven terrassen volgend – geven aan de totaal beglaasde zuidgevel zijn specifiek profiel en zijn mede bepalend voor de leesbaarheid en de schaal.

De uitgebouwde kopzijden beëindigen en doorbreken tegelijkertijd de strengmatige ritmering van het gebouw…mede de uitnodigende link naar een kontinuïteit die er nooit gekomen is.

 

 

Het gebouw bezit een duidelijk organisatie-schema met aan de noordzijde – achterzijde van het terrein – de circulatiezones en aan de zuid-zijde de privatieve buitenruimten der woningen.

Het gelijkvloers werd verhoogd geplaatst ten aanzien van het maaiveld om enerzijds de privacy der woningen zelf ten aanzien van de omringende buitenruimten te vergroten en anderzijds “het betreden” van het totale gebouw duidelijk te manifesteren ten aanzien van zijn omgeving.

Vanaf de straatzijde wordt via een centrale – hellend vlak – toegangszone onder het gebouw door, de circulatiezones bereikt waarbij twee trappen-lifttorens de verbinding met de diverse nivoos verzekeren…de circulatietorens vormen – door hun semi-open karakter – een tussenschakel naar de meer privé-sfeer der gaanderijen.

Dankzij het gebruik van twee circulatietorens werden de gaanderijen naar schaal en erkenbaarheid bewust opgedeeld voor de beide gebouw-onderdelen en onderbroken ter plaatse van de centrale toegangszone.

 

Alle wooneenheden hebben eenzelfde gelijkwaardig organisatie-principe met langs de gaanderij-zijde via een gekombineerde toegang per twee wooneenheden een zonering der slaapkamers en langs de andere zijde de leefruimten-terras zone….beiden gescheiden door een dienstenkern “badkamer-keuken-berging”.

De bovenste verdieping “onder het dak” is voorzien voor ruimere dupleks-appartementen terwijl vier studioos met hun specifieke terras-oplossing de centrale toegangszone tot het gebouw kenmerken.

 

 

Het materiaalgebruik wil de eigenheid en de opvatting van het gebouw mee helpen definiëren:

-de ritmering der scheidingswanden uitgevoerd in zichtbeton…verlengd tot in de achtergevel en aldaar vertaald in een duidelijk gemanifesteerde balken-kolommen struktuur

-de uitgebouwde kopzijden van het gebouw verlengd als gaanderij-gevels uitgevoerd in betonnen zichtmetselwerk

-aluminium golfplaten als dakbekleding…tevens ook gebruikt aan de straatzijde als dubbelzinnige uitdrukking van wand- of dakbekleding welke de schaalmatige hoogte van het totaalgebouw sterk traceert

-buitenschrijnwerk in neutraal natuurkleurig aluminium in kombinatie met de overige “invul-elementen” zoals buitentrappen, ballustrades en metalen terrassen in gegalvaniseerd staal